Voorstelling

De gemeente telt gemiddeld 24299 inwoners.

De plaats die wij vandaag " Watermaal-Bosvoorde " noemen, was al in het stenen tijdperk bewoond, want net zoals de hele vallei, heeft ook de vallei van de Woluwe de eerste vestigingen van de mens aangetrokken.
Achter de molenvijver " de vijver van Bosvoorde " genoemd, werden opgravingswerken uitgevoerd waarbij een aantal voorwerpen aan het licht kwamen die deze stelling staven. Deze objecten - ruw uitgehouwen vuurstenen , messen, speerpunten en meerdere soorten bijlen - zijn vandaag in het Jubelparkmuseum tentoongesteld.

Het staat vast dat tijdens het Gallo-Romeins tijdperk de hoge vallei van de Woluwe bewoond was. Wanneer we de woudkaart bestuderen, dan springt onmiddellijk in het oog dat er een bijna loodrechte lijn tussen het Gallo-Romeins centrum van Brussel, op de oevers van de Senne gelegen en, de belangrijke centra op de oevers van de Dijle loopt . Deze lijn doorloopt Elsene, Boondael, Watermaal op de Watermaalbeek , Bosvoorde op de Woluwe, Hoeilaart op de Ijsse , Tombeek en op de Lasne . Ze wordt gevormd door wegen die vandaag nog bestaan : de Drie Lindenstraat (geodetisch punt 100 meter boven de zeespiegel gelegen), de Willeriekendreef, de Overijsesteenweg. Langs deze weg vinden we Gallo-Romeinse villa's die, als het ware, het uitgangspunt van deze gemeenten vormden. Met het Verdrag van Verdun (406 tot 843) gingen ze van de Gallo-Romeinen over in Frankische handen.
Vertrekkende uit het westen, d.w.z. vanaf de Senne en vanaf Brussel, ontstaat een ontbossingsverschijnsel dat zich over de hoogten en vervolgens op de omliggende plateaus uitbreidt en, dat Elsene, Boondaal, Watermaal, Bosvoorde, Hoeilaart, Tombeek, enz... omvat. De vallei van de Watermaalbeek wordt lang voor die van Bosvoorde bewerkt, die waarschijnlijk de verblijfplaats was van een regeringsintendant van de belastingen, die het hele woud, als zijnde een domeingoed, onder zijn bezittingen kon rekenen. Hij was in eerste instantie belast met het toezicht op het woud, het beheer van de vijvers en de ontgonnen gebieden en het innen van de aan de staat verschuldigde renten en belastingen. Mogelijk moest hij instaan voor het heffen van een belasting voor het oversteken van de brug over de Woluwe die aan het einde van de vijver gebouwd was.