Bijzonder politiereglement betreffende overlast in het openbaar vervoer

Bijzonder politiereglement betreffende overlast in het openbaar vervoer (PDF)

De raad,

Gelet op de nieuwe gemeentewet, inzonderheid art. 117, 119bis en 135, § 2;

Gelet op de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, inzonderheid art. 2, § 1;

Gelet op de ordonnantie van 22 november 1990 betreffende de organisatie van het openbaar vervoer in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 december 2007 tot vaststelling van sommige exploitatievoorwaarden van het openbaar vervoer in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 december 2007 houdende reglement van de politie op de spoorwegen;

Gelet op het algemeen politiereglement dat goedgekeurd werd door de Gemeenteraad op 24 juni 2014 en in werking trad op 1ste september 2014 ;

Gelet op het gunstig advies van de Politieraad van politiezone Ukkel - Watermaal-Bosvoorde – Oudergem dd 27 maart 2017 betreffende het ontwerp van bijzonder politiereglement betreffende overlast in het openbaar vervoer van toepassing in alle gemeenten van de zone;

Overwegende dat de algemene politiereglementen die van toepassing zijn in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, niet identiek zijn voor alle politiezones en dat de inbreuken beoogd bij deze reglementen door verschillende bepalingen behandeld worden in functie van de zones;

Overwegende dat deze verschillen in algemene politiereglementen de federale spoorwegpolitie verhindert om administratieve processen-verbaal op te stellen voor overlast in het openbaar vervoer;

Overwegende dat een bijzonder reglement betreffende overlast dat identiek is voor alle politiezones van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de federale spoorwegpolitie in staat zal stellen deze inbreuken vast te stellen;

Beslist:

1.      Het bijzonder politiereglement betreffende overlast in het openbaar vervoer goed te keuren:

 

HOOFDSTUK I – ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 – Territoriaal toepassingsgebied

Onverminderd de toepassing van het algemeen politiereglement, de toepassing van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, het koninklijk besluit van 20 december 2007 houdende reglement van de politie op de spoorwegen, de ordonnantie van 22 november 1990 betreffende de organisatie van het openbaar vervoer in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 december 2007 tot vaststelling van sommige exploitatievoorwaarden van het openbaar vervoer in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, is onderhavig reglement uitsluitend van toepassing op het gedeelte van de openbare ruimte dat afgebakend is als volgt:

1.      de stations

2.      de metrostations

3.      het binnenste en het koetswerk van de voertuigen van het openbaar vervoer die bestemd zijn voor personenvervoer en circuleren op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

4.      de perrons

5.      de haltes

6.      de andere aanhorigheden van het openbaar vervoer, zowel ondergronds als bovengronds.

Het onderhavige reglement is ook van toepassing in de onmiddellijke nabijheid van de voormelde plaatsen.

Artikel 2 – Persoonlijk toepassingsgebied

Het onderhavige reglement is van toepassing op elke persoon die zich bevindt in de bij artikel 1 bedoelde ruimte. De leeftijd vanaf dewelke het reglement van toepassing is, wordt bepaald door het algemeen politiereglement van de gemeente waar de inbreuk plaatsvond.

HOOFDSTUK II – INBREUKEN OP DE OPENBARE VEILIGHEID, RUST, NETHEID EN SALUBRITEIT

Artikel 3 – Vervuilen van de openbare ruimte

§1. Het is verboden een voorwerp of plaats van de openbare ruimte zoals bepaald in artikel 1 te vervuilen of te beschadigen, op welke wijze ook, door eigen toedoen of door personen, dieren of zaken die men bij zich draagt of waarover men de hoede heeft, zoals:

1.      de openbare ruimte zoals bepaald in artikel 1;

2.      elk voorwerp bestemd voor openbaar nut of decoratie;

3.      elk element van het stadsmeubilair;

4.      galerijen en doorgangen gevestigd op privégrond, die toegankelijk zijn voor het publiek.

§2. Het is verboden in openbare vuilnisbakken huishoudelijk afval te deponeren als het niet afkomstig is van onmiddellijke consumptie op de openbare weg.

Artikel 4 – Spuwen, wildplassen, zijn gevoeg doen

Het is verboden te spuwen, te urineren of zijn gevoeg te doen in de openbare ruimte zoals bepaald in artikel 1, elders dan in de daartoe bestemde plaatsen.

Artikel 5 – Weigeren om te gehoorzamen en gebrek aan respect

§1.   Ieder die zich bevindt in de openbare ruimte zoals bepaald in artikel 1, of in een voor het publiek toegankelijke plaats, moet onmiddellijk gevolg geven aan bevelen of aansporingen van de politie of bevoegde personen met het oog op:

1.  de vrijwaring van de openbare veiligheid, rust, netheid of salubriteit

2.  de vergemakkelijking van het werk van de veiligheidsdiensten en de bijstand aan personen in gevaar

3.  de naleving van wetten, reglementen en besluiten.

 

§2.   Het is verboden een gebrek aan respect te vertonen ten aanzien van een persoon die gemachtigd is om de wetten en reglementen te doen naleven

 

Artikel 6 – Verboden attitudes en gedragingen

Het is verboden

- de ingang van openbare en privé gebouwen en panden te beschadigen;

- vergezeld te zijn van een agressief dier;

- zich dreigend te gedragen;

- de voortgang van voorbijgangers te verhinderen.

In geval van overtreding van onderhavig artikel kan de politie het storende gedrag onmiddellijk doen ophouden.

Artikel 7 – Lawaaihinder

Het is verboden overdag geluidshinder voort te brengen die de rust van personen en de omgeving kan verstoren en waarvan de intensiteit van de geluidsgolven het niveau van het omgevingsgeluid van de openbare ruimte zoals bepaald in artikel 1 overtreft.

Artikel 8 – Hondenuitwerpselen

§1. Personen die een hond begeleiden, dienen de uitwerpselen van het dier in de openbare ruimte zoals bepaald in artikel 1 op een gepaste wijze te verwijderen.

Naast de toepassing van een administratieve boete zoals bepaald in artikel 11 van dit reglement, moet de overtreder van deze paragraaf zo snel mogelijk de zaken opnieuw schoonmaken, zo niet behoudt de gemeente zich het recht voor dat op risico en kosten van de overtreder te doen.

§2. De meester of de hoeder van het dier moet over minstens twee zakjes of vergelijkbare objecten beschikken om de uitwerpselen van het dier te verwijderen. Die zakjes of voorwerpen dienen in de vuilnisbakken in de openbare ruimte zoals bepaald in artikel 1 gedeponeerd te worden. Dergelijke zakjes of voorwerpen moeten op vraag van een bevoegde persoon of de politie getoond worden.

Artikel 9 – Dier zonder leiband

Dieren moeten minstens met een leiband of een ander middel in toom gehouden worden.

HOOFDSTUK III – GEMENGDE OVERTREDINGEN

Artikel 10 – Gemengde overtredingen

Overeenkomstig de wet van 24 juni 2013 kan een boete opgelegd worden door de sanctionerende ambtenaar voor de overtredingen bedoeld in artikel 398, 448, 461, 463, 521, 526, 534bis, 534ter, 537, 545, 559-1°, 561-1°, 563-2° en 3°, en 563bis van het Strafwetboek.

Onverminderd de protocolakkoorden tussen de Procureur des Konings en het College van Burgemeester en Schepenen beogen deze artikelen met name de volgende gedragingen:

-          beledigingen;

-          graffiti op roerende en onroerende goederen;

-          beschadiging van onroerende eigendom van anderen;

-      beschadiging of vernietiging van roerende eigendom van anderen;

-          nachtlawaai en -hinder;

-          bedreigingen en licht geweld;

-          zich in voor het publiek toegankelijke plaatsen vertonen met een gedeeltelijk of geheel bedekt of verhuld gezicht, zodat de betrokkene niet meer identificeerbaar is.

 

HOOFDSTUK IV – EINDBESCHIKKINGEN

 

Artikel 11 – Administratieve boetes

Ieder die de beschikkingen van dit reglement overtreedt, kan een administratieve boete opgelegd krijgen.

Die administratieve boete mag nooit het bedrag van 350 of 175 euro overschrijden, naargelang de overtreder meerderjarig of minderjarig is op het moment van de feiten.

Artikel 12 – Recidive

Overeenkomstig de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties kunnen de bij dit reglement voorgeschreven gemeentelijke administratieve sancties verhoogd worden in geval van recidive binnen de 24 maanden na de oplegging van een sanctie, zonder dat afgeweken kan worden van de in artikel 11 bedoelde bedragen.

Artikel 13 – Proportionaliteit

Overeenkomstig de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties staan het bedrag van de boetes en de duur van de alternatieve maatregelen goedgekeurd door de sanctionerende ambtenaar in toepassing van onderhavig reglement in verhouding tot de ernst van de feiten die er aan de basis van liggen.

Artikel 14 – Alternatieve maatregelen voor meerderjarigen

A. Gemeenschapsdienst

Als hij het geschikt acht, kan de sanctionerende ambtenaar voorstellen aan de overtreder die de leeftijd van 18 jaar bereikt heeft op het moment van de feiten, om een gemeenschapsdienst te vervullen.

Die prestatie wordt uitgevoerd in naleving van de modaliteiten vastgelegd bij de wet van 24 juni 2013.

B. Lokale bemiddeling

Als hij het geschikt acht en er duidelijk een slachtoffer geïdentificeerd werd in het kader van de administratieve procedure, kan de sanctionerende ambtenaar lokale bemiddeling voorstellen aan de overtreder die de leeftijd van 18 jaar bereikt heeft op het moment van de feiten.

Die prestatie wordt uitgevoerd in naleving van de modaliteiten vastgelegd bij de wet van 24 juni 2013.

Artikel 15 – Alternatieve maatregelen voor minderjarigen

A. Lokale bemiddeling

Overeenkomstig artikel 2 van onderhavig reglement stelt de sanctionerende ambtenaar aan de minderjarige overtreder lokale bemiddeling voor.

Die prestatie wordt uitgevoerd in naleving van de modaliteiten vastgelegd bij de wet van 24 juni 2013.

B. Gemeenschapsdienst

Als hij het geschikt acht, stelt de sanctionerende ambtenaar, overeenkomstig artikel 2 van onderhavig reglement, in geval van weigering van het aanbod of mislukking van de lokale bemiddeling, aan de minderjarige overtreder een gemeenschapsdienst voor.

Die prestatie wordt uitgevoerd in naleving van de modaliteiten vastgelegd in de wet van 24 juni 2013.

Het bijzonder politiereglement betreffende overlast in het openbaar vervoer treedt in werking op 24 mei 2017.